Je kunt de Rijn-IJsselmarathon roeien in een wherry, in C-materiaal mét stuur, Yole de Mer (zeevier) of in een kajak. Dit kan integraal of in estafettevorm. Zowel ervaren als minder ervaren roeiers zijn welkom evenals jeugdroeiers, mits goed voorbereid. Jeugdroeiers moeten in een team gemixt met volwassenen roeien (zie ook reglementen).
Deelnemende ploegen dienen zelf voor vervoer van personen en boten vanuit Zutphen te zorgen.
Kijk bij Vraag en aanbod voor roeier zoekt ploeg, ploeg zoekt roeier, deelnemende verenigingen om eventueel boottransport en/of -gebruik mee te combineren.
1. WSV Vada, Isala, en de organisatie van de Rijn-IJsselmarathon aanvaarden geen aansprakelijkheid voor enige vorm van schade of lichamelijk letsel als gevolg van deelname. Deelnemers worden geacht hoge prioriteit te geven aan hun eigen veiligheid en die van anderen (meer informatie over veiligheidseisen en aanbevelingen voor veilig varen, zie www.knrb.nl/content.php/nl/803).
2. De marathon kan zowel integraal als in estafettevorm worden geroeid. Hierbij geldt geen maximum aantal deelnemers per team. Een estafetteploeg mag zelf bepalen hoe vaak er wordt gewisseld.
3. De marathon staat open voor wherry’s, C-materiaal met stuurman (C2+, C2x+, C4+, C4x+), Yole de Mer (zeevier) en kajaks. Gladde boten en achten zijn niet toegestaan op dit traject.
4. Jeugdroeiers mogen meedoen met de marathon mits zij in een team gemixt met volwassenen roeien. Steeds moeten minimaal 2 volwassenen aan boord zijn. Het is uitdrukkelijk aan de inschrijvende vereniging om te beoordelen of een jeugdploeg in staat is de tocht op een goede manier uit te roeien en te verifiëren of ouders toestemming geven voor deelname van hun kind(-eren).
5. Het materiaal moet in goede staat zijn. Controleer voor vertrek de aanwezigheid van de boegbal en de juiste bevestiging van het hielkoord van het voetenbord. Aan boord moeten zijn: een pikhaak of landvast, hoosblik of dweil, drinken en proviand.
6. Op de dag van de marathon ontvangt ieder team startnummers, een feloranje hesje voor de stuur en de boeg en een geplastificeerde routekaart met telefoonnummers. Deze twee voorwerpen moeten na afloop van de tocht ingeleverd worden in ruil voor eetbonnen.
7. De uitgereikte startnummers moeten duidelijk zichtbaar voor de marathonleiding op de boegzijde van de boot worden bevestigd. De nummers worden uitgereikt voor de veiligheid van de roeiers. De nummers maken het mogelijk boten te tellen en te identificeren.
8. Elke deelnemer dient zich altijd te houden aan de aanwijzingen van de medewerkers van Rijkswaterstaat en de marathonleiding. Dit geldt in het bijzonder bij passage van de sluis te Driel en bij de Kop van de IJssel.
9. Op de captainsmeeting worden weer en vaaromstandigheden gemeld. Zorg dat captain aanwezig is.
10. Zorg dat de telefoonnummers van de marathonleiding bekend zijn bij zowel de roeiers als de captain. De telefoonnummers worden uitgereikt bij de inschrijving. Zorg dat er een 06-nummer van je team (de captain) bij de marathonleiding bekend is. Hier wordt bij de inschrijving naar gevraagd.
11. Als er tijdens de tocht problemen zijn, laat dit weten aan de marathonleiding.
12. De startvolgorde wordt op de dag van de marathon aangegeven.
13. U dient uiterlijk om 10:00 uur aanwezig te zijn voor de schutting van de sluis bij Driel. Dit betekent dat de laatste boten uiterlijk om 08:30 uur vertrokken dienen te zijn vanaf het vlot bij Vada. Houd rekening met de beperkte vlotcapaciteit. Bij sterke stroming kan dit tijdsschema vervroegd worden.
14. Het traject bevat een sluis. Zorg dat u in de sluis zowel aan bakboord als stuurboord kunt afmeren. Bevestig een landvast aan uw vaartuig voordat u een sluis in vaart, of houd een pikhaak gereed. Sluit goed aan en leg aan bij een trap of een bolder, als dat kan. Leg uw landvast losjes om de bolder, of houd uw boot met een pikhaak op zijn plaats. Boten die niet aan de kant kunnen liggen, kunnen elkaars bladen vasthouden en zo op hun plaats blijven.
15. Het team is zelf verantwoordelijk voor bemanningswissels. In verband met stenen worden bemanningswissels op strandjes die niet door de organisatie zijn aangegeven, ontraden. Als alternatief kunnen teams zonder de aanwezigheid van een strandje wel wisselen door bijvoorbeeld stuur en slag te wisselen. Kijk ook dan goed uit voor stenen.
16. In verband met de beperkte vlotcapaciteit bij roeivereniging Jason te Arnhem wordt het vlot alleen gebruikt om te wisselen.
17. Bij de Kop van de IJssel, de overgang van de Rijn naar de IJssel, gelden de volgende instructies: vaar vanaf de Nederrijn de IJsselkop ruim voorbij zodat u goed de Geldersche IJssel in kunt kijken. De opvaart die uit de Geldersche IJssel komt, krijgt u dan ook in het vizier zodat tijdig een passeermanoeuvre kan worden ingezet. Volg te allen tijde de instructies van aanwezige volgboten, ook als deze instructies afwijken van de bovenstaande!
18. Door inschrijving aanvaardt het bestuur van de inschrijvende vereniging de verantwoordelijkheid dat de ingeschreven roeiers en stuurlieden voldoen aan de eisen waaraan zij overeenkomstig de bepalingen van dit reglement behoren te voldoen.
19. Voor ingeschreven ploegen die na de sluiting van de inschrijvingen worden teruggetrokken, blijft het inschrijfgeld verschuldigd.
20. Indien de marathon ten gevolge van onvoorziene omstandigheden of overmacht niet kan plaatsvinden, wordt een door de marathonleiding vast te stellen percentage van de inschrijfgelden aan de inschrijvende verenigingen gerestitueerd.
21. De route van Wageningen naar Zutphen loopt over de Nederrijn en de Geldersche IJssel. Beide rivieren zijn prachtig om varend van te genieten. Met name de Geldersche IJssel kan ook een gevaarlijke rivier zijn, met scherpe bochten, sterke stroming en veel beroepsvaart. Het is ook een van de drukste binnenvaartroutes van Nederland. Wees u ervan bewust dat u het vaarwater deelt met andere recreatievaart en binnenvaartschepen tot 110 meter lengte. Voor de beroepsvaart is de Geldersche IJssel ook een lastige rivier. Binnenvaartschepen hebben meer ruimte nodig om te manoeuvreren dan watersporters beseffen. Als watersporter moet u hiermee rekening houden. Veilig varen op rivieren is een kwestie van goed samenwerken en elkaar de ruimte geven.
22. Zien en gezien worden. Wees altijd goed zichtbaar en zorg dat u vrij om u heen kunt kijken en de geluidssignalen van andere vaartuigen goed kunt horen. Stuur en boeg moeten een felgekleurd (liefst oranje) hesje aan.
23. Deelnemende ploegen dienen zo dicht mogelijk onder stuurboordswal te varen. De afstand tot deze oever mag niet meer dan 25 meter bedragen gerekend vanaf de kop van de kribben. Tevens mogen deelnemende ploegen niet langer naast elkaar varen dan nodig is voor het voorbij lopen of het uitwisselen van informatie.
24. De beroepsvaart is op de hoogte van deze roeimarathon. Blijf uit de buurt van de beroepsvaart en vaar zoveel mogelijk langs de stuurboordwal. Zij verwachten ons aan stuurboordwal, ook wanneer zij onder een blauw bord varen. Een blauw bord met een wit helder rondom schijnend flikkerlicht is het sein waarmee een schip aangeeft de tegengestelde koers te varen. Geef beroepsvaart vooral de ruimte bij bochten en havens! Alleen wanneer er goed overzicht is en het water vrij is, mogen er binnenbochten gevaren worden.
25. Beroepsschippers kunnen u soms niet zien door de dode hoek voor hun schip. Die kan maar liefst 350 meter zijn. Ofwel, drie voetbalvelden achter elkaar! Pas uw koers en snelheid zo aan dat u buiten de dode hoek blijft. Als u de stuurhut van het schip kunt zien, kan de schipper u ook zien!
26. Laat met uw koers duidelijk zien wat u van plan bent. Steek het vaarwater of de vaargeul zo snel mogelijk over. Dat doet u door zoveel mogelijk in een rechte lijn van de ene naar de andere kant te varen. Pas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat goed zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren.
27. Op de Rijn komen we één niet - vrijvarende veerpont tegen, in Wageningen. En op de Geldersche IJssel twee, in Dieren en in Bronkhorst. De ponten zijn bevestigd aan een stalen dwarskabel die over de rivier ligt. Als de pont aan de oversteek begint, matig dan uw snelheid en wacht tot de pont aan de andere oever is aangekomen. Tijdens de oversteek staat de veerkabel strak! De kabelveerponten in Wageningen en Bronkhorst zijn gemotoriseerd. Naast deze niet - vrijvarende veerponten zijn er ook nog de fiets- voetveren bij Heveadorp en Rheden.